Ik wil hier niet zijn
Geschreven door: Linda Bruins Slot

En dat terwijl ik me hier best thuis zou kunnen voelen, met 80% man, veel kinderen en daartussen wat verveeld kijkende moeders met een koffer vol etenswaren op hun rug. ´Ik geniet wel van hun blije gezichten´, zei ik toen we ons gezinsuitje naar de luchtmacht dagen planden.

Ik wil hier niet zijn

Ik wil hier niet zijn.
En dat terwijl ik me hier best thuis zou kunnen voelen, met 80% man, veel kinderen en daartussen wat verveeld kijkende moeders met een koffer vol etenswaren op hun rug. ´Ik geniet wel van hun blije gezichten´, zei ik toen we ons gezinsuitje naar de luchtmacht dagen planden. Maar het weegt er niet tegen op. Te veel mensen, te lang wachten, en een kind onder mijn arm dat er net zo weinig aan vindt als ik. Maar we maken er iets van want we hebben er immers 3 uur over gedaan om hier te komen.


Ik wil hier niet zijn.
Kind 1 heeft opeens de geest gekregen en is vooruit gesneld. Het grote veld over richting de hekken om de JSF van dichtbij te spotten. Hij verwijdert zich te snel van ons, en heel even zijn wij blij dat hij opeens vooruit te branden is. Dat duurt 10 seconden. Dan zijn wij hem kwijt. ´We zien hem bij het hek wel´ is de meest domme gedachte die ik de afgelopen 10 jaar in mijn hoofd voorbij heb zien komen.


Ik wil hier niet zijn.
Man zoekt kind 1, kind 2 en 3 rennen rondjes om mijn benen en de mensenmassa wordt zo dicht als de kudde mieren in onze GFT bak. ´Kom maar naar het grote scherm’, verschijnt op mijn telefoon. Welk scherm? Zo ver weg? Dan wordt het zwart. Mijn kleine schermpje dan. Geen communicatie meer. ´Nee Luuk, hier langs, daar is het te druk… Oké ga maar, ik zie je aan de andere kant… Niet.´ Man weg, kind 1 en 2 weg en geen telefoon. En het allerergste: geen plan. Mag ik hier al gaan huilen? Eenzaam in de massa met alleen een dreinend kind op mijn heup? Nee, nog niet.


Ik wil hier niet zijn.
Onder het bord ‘zoek geraakte kinderen’, dat door vele voorbijgangers erg grappig wordt gevonden. Nee, haha, geen kinderen geraakt, hilarisch. Maar ik wel. Nummer 1 is gaan huilen en inmiddels gevonden door een oplettende medewerker, waarvoor veel dank! Mijn ongerustheid over kind 2 daalde iets, er lopen namelijk heel veel medewerkers rond die goed opletten, is mij op mijn moederhart gedrukt. Prima, wij wachten af. Of lopen toch nog een keer spiedend rond. En wachten. En de tijd verstrijkt maar wie er ook verschijnt, heel veel blonde jongetjes in legerbroek maar niet de onze. We spelen UNO en eten de laatste geplette bolletjes op. Ergens ver weg vliegen wat lawaaiige toestellen over en iedereen kijkt ernaar. Van mij kunnen ze naar de maan. Als opnieuw een moedeloos hoofd verschijnt, teruggekeerd van het veel te grote veld, zie ik opeens mijn jongetje veel te lang zonder ons, in paniek en alleen. En ik breek. Een klein beetje maar, hoor, geen scenes hier.


Ik wil hier blijven.
Zijn lijfje even tegen mij aan, dan weer springend vóór me, zijn glinsterende ogen als hij vertelt dat hij nog even in het mandje van de luchtballon is geweest, 3x heeft geplast, een hondenshow heeft gezien en chocolademuntjes heeft gewonnen met een spel. Zijn verongelijkte blik: ‘Maar ik zag jullie nergens!’ De knuffels van zijn broers. ‘Heb je gehuild Luuk? Mama wel!’ Nog even een ijsje, rennen over de stormbaan en stoeien in het gras. Mijn moederhart krijgt weer rust en wordt gevuld met vrolijkheid en vooral het besef dat deze eeuwig durende 2 uurtjes mij een piepklein beetje leren over kinderen die kwijt zijn, worden geroofd, worden gescheiden van hun gezin. Over moeders die eindeloos wachten op hun kind en weten, echt zeker weten, dat hun kind in paniek is omdat het in verkeerde handen is gevallen. Over kinderen die ergens zijn waar ze niet willen zijn. En dat er niemand is die hen op hun schouder tikt om te vragen: zal ik je naar je moeder brengen?


Zoek geraakte kinderen, bevrijd moeders zodat ze kunnen gaan waar ze willen zijn.



Ik wil een druppel doneren!   Terug naar het overzicht